In het debat deze morgen op Radio 1 (luister hier of  hier het fragment) tussen Peter Kuipers Munneke en mijzelf ging het niet verwonderlijk over de 15-jarige stagnatie van de mondiale temperatuur. Peter vond de stagnatie ‘interessant voor wetenschappers’ maar hij deed ‘m verder af als een natuurlijke schommeling.

Ik stelde vervolgens dat klimaatmodellen ook op een tijdschaal van 25 tot 35 jaar en dus klimaat-tijdschaal fors meer opwarmen dan het werkelijke klimaat. De afgelopen weken hebben zowel Lucia Liljegren als Stephen McIntyre daar uitgebreid over geblogd.

Peter zei vervolgens (transcriptie van het gesprek):

Sommige modellen vliegen wat uit de bocht, in de zin dat ze een wat te hoge opwarming voorspellen en andere modellen zitten daar juist weer onder; en die [modellen] geven een brede spreiding; sommige modellen zijn te koud, andere modellen zijn te warm.

Ik zei vervolgens, “nee, alle modellen zijn over de afgelopen dertig jaar te warm”.

Peter zei daarop: “dat bestrijd ik”.

Welnu, hier zijn de wat mij betreft twee relevante figuren voor deze discussie. De eerste komt uit het blogbericht van McIntyre, de tweede uit die van Liljegren:

De dikke zwarte balken geven de model mean aan. Helemaal rechts het gemiddelde van alle modellen (multi model mean). Al deze modelgemiddelden liggen ruim boven de waargenomen opwarming.

Voor de duidelijkheid, de eerste figuur bestrijkt een periode van 34 jaar, de tweede bijna 25 jaar. Het is duidelijk te zien dat alle modellen meer opwarming geven dan de waarnemingen.

Per e-mail gaf Peter de volgende uitleg:

Ik bestrijd in meer algemene zin dat modellen die voor het IPCC worden gebruikt de waarnemingen niet kunnen verklaren. Zolang ze gevoed worden met waargenomen CO2 zijn ze aardig in staat om de waargenomen opwarming over de afgelopen eeuw jaar te verklaren, zoals ook te zien in AR4. Ook reproduceren alle modellen de “tweedeling” in de 20e eeuw, met een vrijwel dubbel zo grote opwarming in de tweede helft van de 20e eeuw als in de eerste helft. Op langere tijdschalen doen ze het goed, en als je kijkt naar kortere periodes is de kans op een mismatch groter. Een run met een klimaatmodel blijft altijd één van de vele mogelijke realisaties van het klimaat gegeven een bepaalde forcering. Een multi-model mean over de tijdschaal van 50 tot 100 jaar blijft daarom de beste manier om de prestaties van klimaatmodellen te beoordelen en hun verwachtingen voor de komende eeuw te interpreteren.

Hiermee ontwijkt hij nu de termijn van dertig jaar die ik duidelijk noemde. Plots gaat het niet om 30 maar om 50 tot 100 jaar. Maar we weten ook dat de modellen op deze tijdschaal getuned zijn, dus hun gelijkenis kan je moeilijk gebruiken als bewijs voor hun validiteit. Wat dat betreft is het des te verwonderlijker dat modellen het zo ‘slecht’ doen over de afgelopen 34 jaar.

In een tweede mailtje verwees hij nog naar een paper van Gareth Jones en Peter Stott van dit jaar. Die paper vermeldt ook trends over de periode 1979 tot 2010 en de verschillen tussen modeltrends en waarnemingen lijken daar kleiner dan in de figuren van McIntyre en Liljegren. Die paper laat overigens niet zo duidelijk alle gemiddelde trends zien van de modellen, maar geeft een range voor de modellen. De paper gooit de CMIP3 en CMIP5 (zijn de modelruns die voor AR5 zijn gedraaid) modellen op een hoop, wat deels het verschil kan verklaren, McIntyre en Liljegren nemen alleen de CMIP5 modellen.

Ik blijf erbij dat je onmogelijk kunt hardmaken dat sommige modellen de afgelopen dertig jaar kouder waren dan de waarnemingen. Maar zoals je merkt is het lastig om het zelfs daarover eens te worden.

0 0 stemmen
Artikel waardering