Zaterdag stond er een heel interessant stuk in het wetenschapskatern van NRC, dat mooi past in het verlengde van onze discussie bij het bericht ‘Meer klimaatvoorlichting zal niet helpen’. Het artikel gaat over het decline effect, de teloorgang die vele opmerkelijke wetenschappelijke vondsten na een aantal jaar blijken door te maken. Jonah Lehrer bedacht de term in een recent artikel in The New Yorker. NRC begon zo:
“Ja, zo werkt het”, zegt Huib Mansvelder aan de telefoon. “We zien het in ons vak voortdurend.” Mansvelder is hoogleraar neurofysiologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. En wat hij en zijn collega’s al jaren zien en weten: wetenschappelijke vakbladen zijn dol op verrassende en grote effecten. Op ‘positieve’ onderzoekersresultaten.
De redacteuren van die bladen wrijven in hun handen als onderzoekers voor het eerst aantonen dat stofje X de symptomen van een depressie sterk verlicht. Als ze laten zien dat passief meeroken een verhoogde kans op longkanker geeft. Of dat een symmetrisch uiterlijk de kans op nakomelingen aanzienlijk vergroot.
Maar dat stofje Y geen effect heeft op schizofrenie, of dat lange tenen niks met voortplantingssucces te maken hebben, bij wijze van spreken – daarvoor lopen ze niet warm. Zulke ‘negatieve’ uitkomsten zijn nu eenmaal, eh, nogal saai. “Het is als in de kranten”, zegt Mansvelder. Wie leest er met rode oortjes dat er vandaag in Kampen weer niks is gebeurd? “Het afwijkende is interessant.” Voor bladen én voor onderzoekers.
Maar: hoe onschuldig is die voorkeur voor het grote effect? En: leidt het weglaten van negatieve onderzoeksresultaten niet tot vertekening? Of: werkt de ‘jacht op de afwijking’ geen grootscheepse overdrijving in de hand – waarna het jaren duurt eer het beeld weer is bijgesteld?
Die vragen stelde wetenschapsjournalist Jonah Lehrer onlangs in een lang artikel in The New Yorker. Met een trits voorbeelden illustreerde hij hoe populaire en intussen breed geaccepteerde onderzoeksresultaten soms ineens beginnen af te brokkelen – bij elke poging om ze te repliceren een beetje meer. “Het is alsof onze feiten ineens hun waarheid verliezen: claims die verankerd waren in studieboeken blijken plotseling onbewijsbaar”, schrijft hij.
Lehrer noemt dit vreemde verschijnsel het decline effect – naar een fenomeen uit de parapsychologie. Misschien, suggereert hij verder, treedt het decline effect wel steeds vaker op in het onderzoek.
Moeizaam
Ok, niets nieuws onder de zon, zult u zeggen, de wetenschap schrijdt moeizaam voort. Maar om welke reden? Omdat de materie complex is? Of hobbelen we achter hobby’s aan van wetenschappelijke bladen?
Maar: toevallige uitschieters kunnen in goed ontworpen vervolgexperimenten toch vrij snel rechtgetrokken worden? Waarom gebeurt dat dan in het decline effect aanvankelijk juist helemaal niet – en daarna alleen stapje voor stapje?
Bioloog Leigh Simmons heeft het decline effect van dichtbij meegemaakt. Hij was een van die biologen die begin jaren negentig meteen dook op de vondst dat zwaluwen met symmetrische veren meer voortplantingssucces hadden. Maar het lukte Simmons niet om het resultaat te repliceren. Hij slaagde er evenmin in om zijn ‘negatieve’ onderzoeksresultaat gepubliceerd te krijgen.
In een analyse achteraf ontdekte Simmons dat hij daarin niet alleen stond. In die eerste jaren na de ontdekking werden alle negatieve studies (vier) geweigerd. De vijf positieve studies die het effect bevestigden, haalden wél allemaal de bladen. Ofwel: de bladen holden achter de vondst aan en hun enthousiasme hield die vondst een paar jaar lang in stand.
Pas toen de nieuwe ideeën over symmetrie en voortplanting rond 1995 ingeburgerd waren, begonnen vakbladen de negatieve resultaten aantrekkelijk – want afwijkend – te vinden, zo laat Simmons overtuigend zien [grafiek uiterst rechts]. En toen pas werd het oorspronkelijke geloof in de theorie stapsgewijs getemperd. Zo komt het decline effect neer op het compenseren van overenthousiasme.
De ervaring van Simmons is de grote shock van dit artikel. Natuurlijk weten we inmiddels allemaal dat er zoiets als een publication bias bestaat in de wetenschap, maar omdat die tegelijkertijd zo onzichtbaar is, is het ook moeilijk om je vinger erachter te krijgen, zoals Simmons in dit geval gedaan heeft.
LinkedIn
Toevallig stuurde de in het NRC-stuk genoemde Huib Mansvelder me dit weekend een LinkedIn-uitnodiging. Ik besloot hem kort mijn gedachten te mailen over een mogelijk decline effect in het klimaatonderzoek:
Mijn eigen referentiekader met wetenschap is de laatste zes jaar vooral het klimaatdebat. Daarin zie je het tegenovergestelde van wat in het NRC-artikel beschreven staat.
Het decline effect zou al lang en breed opgetreden moeten zijn, want er zijn heel veel aanknopingspunten om de nieuwe theorie – er komt een klimaatcrisis door CO2 – aan het wankelen te brengen, maar inmiddels is het onderwerp zo politiek correct geworden dat het decline effect bewust – zeker door bladen als Nature en Science – wordt tegengehouden.
En dus blijven we leven met de mythe dat CO2 een soort magische thermostaatknop is van het klimaat en dat we snel iets moeten doen. Die mythe wordt telkens weer bevestigd door nieuw onderzoek, dat meestal bestaat uit het draaien van computersimulaties. Zo groeit de stapel literatuur die de broeikastheorie ondersteunt, wat weer een extra reden is om te roepen ‘zie je wel dat het zo is’.
Gill versus Dijkgraaf
Overigens denk ik dat het decline effect ook in het klimaatdebat wel degelijk zal gaan optreden. De politieke correctheid van het onderwerp remt dit proces alleen enorm. Afnemende onderzoeksfinanciering voor ‘de rol van broeikasgassen’ kan een belangrijke impuls worden voor de mogelijke teloorgang van de broeikashypothese.
Ik bespeurde in het artikel ook nog een interessant verschil van opvatting tussen twee van de geïnterviewde wetenschappers, ‘scepticus’ Richard Gill, hoogleraar statistiek, bekend geworden door zijn bemoeienis met de zaak Lucia de B. en natuurkundige Robbert Dijkgraaf, voorzitter van de KNAW. Beiden werd gevraagd of het erg is dat de wetenschap zó werkt.
Is het erg dat het zo werkt? Schei toch uit, helemaal niet, schreef de Amerikaanse moleculair medicus David States in een reactie aan de New Yorker. Het is gewoon de winner’s curse, ‘de vloek van het winnende bod‘. Dat is het idee dat bij een veiling van voorwerpen van onzekere waarde de winnaar die met een object naar huis gaat, grote kans loopt dat hij veel te veel betaald heeft. Zo werkt het in de wetenschap ook, schreef States. Wie snel werkt en hoog inzet, wordt veel geciteerd, maar loopt daarna ook het risico onderuit gehaald te worden. Collega’s springen nu eenmaal bovenop sterke nieuwe claims. Helemaal niet erg, schreef States, want juist competitie stuwt de wetenschap voort. (…)
Gill moet aan de telefoon een beetje grinniken om de term. “Een vloek zou ik het niet noemen, want tegen de tijd dat het resultaat onderuitgehaald wordt, heeft de onderzoeker er al lang carrière mee gemaakt en subsidies mee binnengehaald. Een vloek is het hooguit voor mensen die voor niks een bepaald middel hebben geslikt. Die zich voor niks zorgen hebben gemaakt over de onbewezen ongezonde effecten van koffie. Of die zich voor niks verheugd hebben over onbewezen gezonde effecten van rode wijn.” (…)
Kom, zegt KNAW-president Robbert Dijkgraaf, wordt er ook niet een beetje overenthousiast op het decline effect gereageerd? “Kronkelpaden en miskleunen horen er bij – als je maar de onzekerheden en foutenmarges aangeeft.”
Achteraf lijkt het zo makkelijk om de juiste conclusie te trekken, maar in de praktijk moeten onderzoekers, vaak onder druk, uit beperkte informatie een beeld zien te reconstrueren. “Het lijkt op zo’n computerspelletje waarbij steeds meer puntjes op het scherm verschijnen en waarbij je zo snel mogelijk moet raden welk beeld die samen vormen. Als je het goede antwoord geeft, maar wel veel te laat, tja, dan word je niet meer gehoord.”
Gill benadrukt de gevolgen van het wetenschappelijke proces voor de maatschappij, de gebruikers van die kennis. Hij vindt het kwalijk dat door de tekortkomingen van het wetenschappelijke proces de consument wordt misleid. Dijkgraaf neemt het op voor de wetenschapper, kronkelpaden horen erbij.
Vertaling naar klimaat
Laten we dit nu eens vertalen naar de klimaatdiscussie. Gerbrand Komen en Arjan (beiden klimaatonderzoekers) zitten op de lijn van Dijkgraaf. Ze realiseren zich dat de CO2-hypothese een grillig kronkelpad is, vol valkuilen en onzekerheden. Maar de onderzoekers zijn integer en iedereen doet hard zijn best om met kleine stapjes vooruit te komen. Dat er bij bladen een bewuste strategie zou zijn om het decline effect te dwarsbomen geloven ze niet.
Gill zit veel meer op de lijn van McIntyre. Is de klimaatwetenschap al ver genoeg gevorderd om als basis te dienen voor internationaal politiek en economisch beleid? Met andere woorden, kunnen we de burger er mee lastig vallen? Nee, constateert McIntyre, er is nauwelijks due diligence, onvoldoende transparantie over data en source code. Het IPCC functioneert als een gatekeeper. Hoewel CO2 al lang niet meer de spectaculaire vondst is en gemeengoed is geworden, hebben bladen weerstand om het ontkrachten van de rol van CO2 toe te staan. Het decline effect treedt kortom niet op, waardoor de maatschappij denkt dat het effect van CO2 allesbepalend en desastreus is, zoals de maatschappij in het verleden dacht dat eieren eten slecht is voor je cholesterolniveau.
Persoonlijk heb ik overduidelijk meer sympathie voor de redenering van Gill. Als wetenschappers, bladen, financiers etc. met elkaar een proces hebben gecreëerd dat meer gericht is op het lanceren van spectaculaire vondsten dan op het begrijpen van de werkelijkheid, om vervolgens pas na enige tijd (jaren/decennia) toe te staan dat ‘sceptici’ deze nieuw verworven tekstboekenwijsheid mogen beginnen af te breken, dan lijkt het me oprecht beter dat de bovengenoemde partijen dit proces (zie de grafiek hieronder uit het NRC-artikel) eerst geheel doorlopen voordat ze de maatschappij ermee lastig vallen.
Ik zou zeggen dat de CO2-hypothese dit proces doorlopen heeft tot het punt “Hé, het is terug”, maar vanwege de politieke correctheid van het onderwerp is het op dat punt blijven hangen. Terwijl er aanknopingspunten genoeg zijn om de daling naar het eindpunt (Oh Oh, wat zaten wij ernaast) in te zetten.
Karel van het Reve heeft ooit een artikel geschreven over een vergelijkbaar fenomeen, dat van de idées reçues. Wetenschappelijke inzichten die door de wetenschap zelf al lang verlaten zijn, blijven vaak nog decennia hangen als waarheid bij het publiek, inclusief journalisten (misschien m.u.v. wetenschapsjournalisten) en politici. De net met pensioen gegane hoogleraar voedingskunde in Wageningen (de naam is mij even ontschoten) schreef daarover recentelijk betreffende het ‘mediterrane dieet’. En hoeveel mensen zullen nog steeds denken dat maagzweren door stress worden veroorzaakt? Dus zelfs als de klimatologie door het decline effect in de ‘Oh oh’ fase is beland, bestaat de kans… Lees verder »
@Marcel, dat zo’n soort bias bestaat verbaast mij niet zo veel. Juist in nature and science staan artikelen die jaren later vaak weer onderuit gehaald worden. Dit komt omdat spectaculaire resultaten die ook echt kloppen gewoon erg zeldzaam zijn. Er zijn allerlei vormen van bias in de wetenschap, en die zijn er ook altijd al geweest, en zullen er ook altijd zijn. Op een gegeven moment corrigeert dit zichzelf wel weer (“the decline effect”) in een boel schommelbewegingen. Ik merk overigens wel heel erg dat je er vanuit gaat dat AGW een tijdelijk iets is waarvan het heel waarschijnlijk is… Lees verder »
Arjan schreef: Ik merk overigens wel heel erg dat je er vanuit gaat dat AGW een tijdelijk iets is waarvan het heel waarschijnlijk is dat dit er over enkele tientallen jaren niet zal zijn. Dat is een beetje jouw persoonlijke bias. MC: in mijn boek draag ik een stuk of vijf redenen aan uit de wetenschappelijke literatuur/metingen op basis waarvan ik denk dat het klimaat niet zo gevoelig is voor broeikasgassen. Dus ja mijn persoonlijke mening is dat vroeg of laat steeds meer wetenschappers zullen erkennen dat we ernaast zaten met het idee van CO2 als thermostaatknop. Echter, hoe genuanceerd/kritisch… Lees verder »
Nog meer leerzame info over dat oeverloze klimaatgeneuzel van dezen en genen.
http://www.hetvrijevolk.com/?pagina=12850
Tevens: pagina=12441
Wel straf dat dat decline effect na 150 jaar nog altijd niet zichtbaar is. De greenhouse gas eigenschappen van CO2 zijn al in 1860 vastgesteld, en global warming is al voorspeld in 1891 door Arhennius. Arhennius dacht trouwens dat global warming iets GOEDS zou zijn, dus hij was geen klimaatalarmist. Hij dacht er zelfs over om de aarde kunstmatig warmer te maken door meer CO2 in de lucht te sturen. Anyway. Niet elke wetenschappelijke ontdekking wordt na een aantal jaren terug ingetrokken ! Houd je er rekening mee dat het effect van CO2 op het klimaat wel eens volkomen juist… Lees verder »
Ann, je maakt er een karikatuur van, dat is zonde van onze tijd. Met ‘oh oh’ bedoel ik uiteraard niet dat CO2 geen opwarmend effect zal hebben, maar dat het effect tamelijk mild zal blijken te zijn. In mijn boek draag ik een rits voorbeelden aan (waaronder ook werk van Spencer en Lindzen) waaruit ik dat opmaak. Uiteraard is er nog geen knetterhard bewijs voor net zomin als er knetterhard bewijs is voor 3 graden opwarming bij 2x CO2.
Marcel
OK, ik onthoud dat het je wel eens bent met de theorie dat CO2 opwarming veroorzaakt, maar minder dan voorspeld door het IPCC. Dat bleek niet meteen uit het artikel eigenlijk.
Ann, het is ondoenlijk om in ieder bericht wederom mijn halve boek uit de doeken te doen :)
@Marcel (“Gerbrand Komen en Arjan (beiden klimaatonderzoekers) zitten op de lijn van Dijkgraaf. Ze realiseren zich dat de CO2-hypothese een grillig kronkelpad is, vol valkuilen en onzekerheden. Maar de onderzoekers zijn integer en iedereen doet hard zijn best om met kleine stapjes vooruit te komen. Dat er bij bladen een bewuste strategie zou zijn om het decline effect te dwarsbomen geloven ze niet.”) Dat klopt wel ongeveer, maar voor de goede orde hieronder enkele preciseringen. Ten eerste. Ik geloof vooral in de wetenschappelijke METHODE: respect voor helderheid van redenering, gebruik maken van de best beschikbare methodes, niet geheimzinnig doen, openstaan… Lees verder »
Meneer Komen schrijft: “Verder dit. In jouw formulering leg je me het begrip ‘CO2-hypothese’ in de mond. Je definieert dat begrip hier niet expliciet, maar in je tekst suggereer je dat het overeenkomt met het geloof dat er ‘een klimaatcrisis komt door CO2’. Dat zul je mij toch nooit hebben horen zeggen. Ik zeg altijd dat het kan meevallen en kan tegenvallen.” Waren er maar meer mensen met verstand van zaken die het onderwerp op deze wijze belichten. De werkelijkheid is echter geheel andere koek. Ons dagelijks leven wordt zo langzamerhand totaal in de greep genomen door – wel zeker… Lees verder »
Gerbrand,
Ik las:
Oud-onderzoeksdirecteur van het KNMI Gerbrand Komen moet lachen als hij terugdenkt aan een januariochtend in 2007. Hij werd door een hoge ambtenaar van het ministerie van Vrom uit zijn bed gebeld. „Of ik de zeespiegelstijging een beetje wilde aandikken”
http://www.dagelijksestandaard.nl/2010/10/gerbrand-komen-ik-wilde-de-zeespiegelstijging-niet-aandikken/
Ik zou graag willen dat dit beerputje opengetrokken wordt. Zou je meer details willen geven?
Marcel, ga eens een keer een boek over de geschiedenis van de klimaatwetenschap lezen. Ik kan je die van Spencer Weart ten zeerste aanraden. Als ik je teksten lees, lijkt het net alsof de klimaatwetenschap en de CO2-hypothese nog maar een paar jaar bestaan. Dat is niet zo.
Hebben jullie trouwens nog meegekregen hoe men de vloer met Roy Spencer aanveegt?
1
2
3
4
5
Neven, ik heb het boek van Weart gelezen; het geeft een mooi overzicht hoe de CO2 hypothese de afgelopen twee eeuwen gevaren is. De vroege CO2-onderzoekers zijn ‘helden’ in de ogen van Weart, mensen die al vroeg het ‘licht’ zagen. Anderen, die zich meer op de rol van de zon richtten waren dolende. Kortom, ik vind het een gemiste kans dat Weart de klimaatgeschiedenis voornamelijk bekijkt door de CO2-bril. Ik ben nog te weinig geinteresseerd in geschiedenis om het over te doen, maar men zegt dat geschiedenis interessanter wordt naarmate men zelf ouder wordt. Dank voor de Spencer-links. Ik zal… Lees verder »
Beste Gerbrand, De CO2-hypothese zou ik voor het gemak definieren als ‘de aarde warmt drie graden op bij een verdubbeling van de CO2-concentratie’ en ook als ‘de recente opwarming komt door de mens (de hoofdconclusie van AR4)’. Ik denk dat drie graden opwarming een forse invloed zal hebben op de aarde. Ik zie alleen in de verste verte niet dat we op die koers zitten. Jij bent heel genuanceerd, dat is een verademing, maar het zou mooi zijn als je je openlijk uitsprak over de hoofdconclusie van AR4: “Most of the observed increase in global average temperatures since the mid-20th… Lees verder »
Heb jij mijn boek nou al uit? :)
Nee, degene die het op zou sturen, heeft het zelf nog niet uit.
@Marcel In de IPCC-AR4 uitspraak “Most of the observed increase in global average temperatures since the mid-20th century is very likely due to the observed increase in anthropogenic greenhouse gas concentrations.” draait het wat mij betreft om het ‘very likely’. Dat is een subjectieve inschatting (‘expert judgment’) van de betrokken AR4-auteurs. Het is HUN inschatting, HUN keuze, gebaseerd op waarnemingen en schattingen van de natuurlijke variabiliteit. Als er iets mis is met die waarnemingen, of als de natuurlijke variabiliteit groter is dan ze nu denken dan verandert dat de zaak. Dat weten zij (nou ja, sommigen) ook wel, en als… Lees verder »
@Gerbrand Ik deel je mening over wat je hier schrijft maar tijdens mijn interviews voor het boek merkte ik dat als ik onderzoekers op de man af vraag ‘ben je het hier mee eens ja of nee?’ ze dat een vrij vervelende vraag vinden. Graeme Stephens zei zeker geen ja maar ook geen overtuigd nee. Zo draaien we met z’n allen lekker om de hete brij heen. Ondertussen is het deze conclusie op basis waarvan velen roepen ‘er is consensus onder duizenden onderzoekers dat de mens de aarde opwarmt.’ Daarom vind ik het stuk van Pielke zo zinnig. Het geeft… Lees verder »
@ André van Delft 12 maart 2011 at 16:31 Je hebt goed opgelet. Ik hoop dat ze het bij VROM ook gezien hebben. Ik sta niet te springen om meer details te geven, om een aantal redenen. 1. Ik kan me nu, na 4 jaar, niet in detail herinneren hoe het gesprek verliep, en dat maakt het lastig om details te geven. Het zinnetje in Trouw is niet meer en niet minder dan mijn perceptie van dat gesprek. 2. De betrokken ambtenaar is al lang weer weg bij de overheid. 3. Het was echt een incident. Over het algemeen kregen… Lees verder »
Marcel@ Ik heb nog even naar de post van Pielke sr gekeken, waar je op wees. Hij reageert daarin op een vraag van Andy Revkin: “Is most of the observed warming over the last 50 years likely to have been due to the increase in greenhouse gas concentrations”? Pielke antwoordt als volgt: “The answer to Andy’s question from 2005 is an even more clearly NO. That is, a significant fraction of the observed warming over the last 50 years is NOT due to the increase in greenhouse gas concentrations”. Volgens mij is dat geen antwoord op de vraag van Revkin.… Lees verder »
@Gerard Komen: Bij de menselijke invloed op de opwarming van de laatste 50 jaar (altijd gedacht dat het de laatste 30 jaar moet zijn, aangezien opwarming tussen 1940 en ca. 1980 amper plaats vond) wordt kennelijk alleen CO2 bedoeld. Er zijn natuurlijk nog andere factoren die ook behoren bij de menselijke invloed. Enkele jaren geleden kwamen Franse metereologen met een onderzoek waarbij zij veronderstelden dat de schonere lucht a.g.v milieumaatregelen (met name terugdringing SO2-uitstoot) in ieder geval op het noordelijk halfrond ongeveer 25% van de opwarming zou kunnen verklaren in de periode 1980 – 2000. Ook grondgebruik is een factor.… Lees verder »
@Gerbrand
Most van IPCC is voor zover ik begrepen heb >50%
Pielke zegt dus dat het wat hem betreft <50% is.
Hij kan dat niet voor zover ik weet niet onderbouwen zoals het IPCC het feitelijk ook niet kan onderbouwen, omdat het hier om een expert judgement gaat.
Maar let wel: dit betekent niet dat hij zegt dat natuurlijke invloeden >50% zijn. Er zijn volgens hem namelijk andere antropogene factoren die ook nog een rol spelen.
Kan me herinneren dat hij de bijdrage van GHG’s op 30% schatte, maar weet niet zo snel een link.
gr Marcel
@Marcel, het gaat niet alleen om het percentage, maar ook over het gebied waarover hij het heeft. 30% bijdrage aan de globale opwarming? Dat lijkt mij vrij weinig. Echter, op regionaal gebied spelen andere factoren ook een heel dominante (of zelfs meer dominante) rol dan GHG’s en dat is iets waar hij -denk ik- wel terecht op hamert. (Behalve dan dat het vrij slecht bekend is hoe de opwarming door GHG zich regionaal uit, en dit dus ook zeer moeilijk in te schatten is.) Ook zijn de tijdschalen heel belangrijk. Op een schaal van 10 jaar zijn andere dingen belangrijk… Lees verder »
@Arjan ik zal het nog eens aan hem vragen; gisteren benadrukte hij nog maar weer eens dat GCM’s de vele oscillaties – zoals ENSO, NOA, PDO – en dergelijke niet goed kunnen reproduceren, ook niet terug in de tijd. Wilco Hazeleger bestreed dit direct na mijn colloquium bij het KNMI, ik wil Wilco nog altijd vragen op welke papers hij dat baseert. Ik vind persoonlijk die 30% helemaal niet zo vreemd. We hebben 0,8 graden opwarming waarvan – denk ik – enkele tienden ‘spurious’ (meetartefacten) zijn. Dus laten we zeggen 0,6 opwarming, waarvan 0,3 voor 1950 en 0,3 na 1950.… Lees verder »
@Marcel et al Goede discussie. 1. Het gebied waarover je de temperatuur middelt is belangrijk. 2. Je moet goed onderscheid maken tussen de verschillende menselijke en natuurlijke invloeden (‘forceringen’). 3. Harde bewijzen bestaan niet. Alleen schattingen aan de hand van ideeën en/of modellen. In dit verband denk ik dat twee figuren, in ieder geval conceptueel, verhelderend kunnen zijn. Allereerst het bekende http://www.ipcc.ch/graphics/ar4-wg1/jpg/fig-9-5.jpg met een vergelijking tussen waarnemingen en modellen met en zonder menselijke invloed. [Iets preciezer: Comparison between global mean surface temperature anomalies (°C) from observations (black) and AOGCM simulations forced with (a) both anthropogenic and natural forcings and (b)… Lees verder »
@Gerbrand Zoals je van de week zelf al zei, de attributie klopt als de T-metingen kloppen en als de modellen kloppen. Pielke vindt dat beide niet kloppen. De oppervlaktemetingen zijn sowieso totaal ongeschikt om grootschalige veranderingen in het klimaat te monitoren, daarvoor moet je de oceanen gebruiken. De T-metingen worden teveel verstoord door processen aan het oppervlak. De modellen bevatten nog lang niet alle relevante forcings, dus zelfs als er een goede overeenstemming zou zijn tussen modellen en metingen dan is die ‘fortuitous’, aldus Pielke. Denk ook aan de paper van Kiehl die liet zien hoe de bijdrage van aerosolen… Lees verder »
Het “decline effect” waar Lehrer het over heeft is vooral een waarschuwing om een net uitgekomen artikel niet ineens als de nieuwe waarheid te beschouwen (waarmee alles wat we dachten te weten ineens “gefalsifieerd” zou zijn). Het zien van een vogel in de lucht is geen afdoende bewijs dat de zwaartekracht niet bestaat. Het decline effect treedt vooral op bij studies waarbij dit wel wordt gedaan. En dan wordt vroeger of later duidelijk dat de zwaartekracht wel degelijk bestaat. Zie ook Lehrer’s antwoord op de vraag of klimaatverandering naar het rijk der fabelen kan worden verwezen: “One of the sad… Lees verder »
@Bart
Dank voor het citaat van Lehrer over klimaat. Je hebt helemaal gelijk dat het decline effect in eerste instantie bedoeld is voor net uitgekomen spectaculaire vondsten. Toch vind ik dat je het decline effect kunt uitbreiden naar hypotheses die weliswaar breed gedragen worden maar waarvoor weinig bewijs bestaat, vaak omdat het zeer complexe systemen gaat. In die hoek zit klimaatverandering, maar bv ook medische kwesties als ‘is een hoog cholesterol slecht voor je?’.
@ Marcel Het gevaar bestaat dat onze discussie nu gaat uitwaaieren, omdat je nogal wat over hoop haalt. Misschien is het daarom goed om eerst nog even te bevestigen dat we het er in essentie over eens zijn, zoals je zelf ook al zei, dat attributie (enig) vertrouwen in waarnemingen en modellen vooronderstelt. De vraag is dus in hoeverre dat vertrouwen gerechtvaardigd is. Uiteraard moet je daarbij zeer kritisch zijn. Maar ik vind dat je te ver gaat als je de oppervlaktetemperatuurmetingen ‘totaal ongeschikt’ noemt. (Ik ben overigens wel blij dat er nu schattingen van de warmte-inhoud van de upper… Lees verder »