Den Haag kent het sterkste oppervlakte hitte-eiland (SHI) effect van de Nederlandse steden. Tijdens een warme periode in 2006 werd in Den Haag zelfs een maximaal verschil van 15,4 graden met het buitengebied gemeten. Gemiddeld bedroeg in deze korte periode in 2006 het verschil in Den Haag overdag 8,6 graden. Gemiddeld over alle steden over de 73 grootste steden bedragen de verschillen 2,9 graden overdag en 2,4 graden ’s nachts.

Deze resultaten staan vermeld in een TNO-rapport dat deel uitmaakt van het Climate Proof Cities-project.

Voor de goede orde, het gaat hier om de temperatuur van het oppervlak en niet van de lucht er vlak boven. De kaart hierboven geeft de temperatuurverschillen weer tussen de steden en buitengebieden. De kleur rood geeft een verschil aan van meer dan acht graden. Links is de kaart voor overdag en rechts voor ’s nachts.

Vorig jaar was met behulp van weeramateurs in steden al een beeld gekregen van het Urban Heat Island-effect van steden, gemeten in de lucht. Het huidige TNO-rapport vergelijkt de uitkomsten en constateert dat het UHI-effect (in de lucht dus) over het algemeen sterker is dan het SHI-effect (aan de grond dus). Daar zijn echter flink wat kanttekeningen bij te plaatsen schrijven de auteurs omdat enerzijds de nu gebruikte satelliet-opnames slechts een momentopname geven (1 dag en 1 nachtopname in de zomer van 2006). Anderzijds verkrijgen we met de satelliet een beeld van de hele stad en omgeving terwijl het onderzoek met de weeramateurs vaak afhankelijk was van een enkele weeramateur die doorgaans in de buitenwijken van een stad woonde.

Niettemin is het interessant onderzoek. Lees het hele rapport hier.

[Update: een lezer heeft de KNMI-meetstations in de bovenstaande kaart geplakt. Te zien is dat sommige stations (Rotterdam) in het stedelijke gebied liggen, maar vele ook daarbuiten.

 

0 0 stemmen
Artikel waardering