De snelste manier om wegwijs te worden in Rypke’s rapport Biodiversiteitscrisis, Massa-uitsterven of massahysterie? is de samenvatting, die hieronder integraal is weergegeven. Het rapport is te downloaden via de Stichting MW&B. Rypke heeft een blogbericht op climategate.nl staan.
Samenvatting
- De term “biodiversiteit” is in korte tijd volledig ingeburgerd maar roept misverstanden op. In het algemene taalgebruik wordt hiermee het aantal voorkomende soorten bedoeld, de soortenrijkdom. Maar wetenschappers bedoelen zowel ‘soortenrijkdom’ als ‘populatietrends binnen die soorten’. Op die manier kan ook een afname van het aantal dieren binnen een soort als ‘verlies aan biodiversiteit’ gecommuniceerd worden.
Bij berichten over biodiversiteit gaat het meestal om trends in de populaties van de 76.000 planten- en diersoorten die beschreven staan in de Rode Lijst van de International Union for the Conservation of Nature (IUCN). Dat zijn in totaal 4,2 procent van de bij de wetenschap bekende 1,8 miljoen soorten. Ruim 17.000 daarvan vallen in de categorie ‘bedreigd’ (0,8 procent van het totaal). Natuurbeschermers tonen daarbij niet verrassend een sterke voorkeur voor charismatische vogels en zoogdieren, een kleine 1 procent van de alle bekende soorten. Van 99 procent van de ‘bekende’ biodiversiteit bestaan vrijwel geen betrouwbare data over populaties en verspreiding.
- De acties van Westerse natuurbeschermers voor het behoud van biodiversiteit zijn sterk gekleurd.
Mensen zijn nogal kieskeurig als het gaat om biodiversiteit. Er is een lange lijst van organismen waar we last van hebben. Op deze lijst staan ziekteverwekkers en plagen zoals muggen, teken, de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt, ratten, termieten, luizen, de leprabacterie en de malariaparasiet. Zelfs prachtige dieren als tijgers, wolven, beren en olifanten willen we liever niet in onze achtertuin.
- Er stierven de afgelopen 500 jaar 0,05 procent van de door de wetenschap beschreven soorten uit. Van ‘massa-uitsterven’ – zoals bij het uitsterven van de dinosauriërs – is pas sprake als tenminste 75 procent van alle soorten uitsterven.
Sinds 1500 stierven 860 van de 1,8 miljoen door de wetenschap beschreven soorten uit, de meeste daarvan al voor 1900. Dat is 0,05 procent. Alleen van vogels, zoogdieren en vissen bestaan redelijk betrouwbare data over uitsterven, bijgehouden op twee lijsten, de Rode Lijst van de IUCN en de lijst van de Committee on Recently Extinct Organisms (CREO). Van vogels en zoogdieren stierf ongeveer 1 procent van de soorten uit na 1500. In dezelfde periode stierven naar schatting 60-80 soorten zoogdieren uit en 129 vogelsoorten. De snelst uitstervende soortgroep sinds 1500 is die van de slakken, waarvan er naar schatting 310 soorten uitgestorven zijn op een totaal van 6800 bekende soorten (4,6 procent).
- Het uitsterven van soorten in de laatste 500 jaar vond niet mondiaal plaats, maar voor het overgrote deel (95 procent) op tropische eilandjes en in Australië, vooral door de introductie van exoten.
Deze afname van inheemse soorten wordt ruimschoots gecompenseerd door introductie van nieuwe soorten. Symbool voor dit door de mens (en zijn ‘gevolg’ in de vorm van ratten, varkens etc.) veroorzaakte uitsterven op geïsoleerde eilanden is de dodo geworden. Deze loopvogel leefde op Mauritius in de Indische Oceaan en stierf uit niet lang nadat Nederlandse ontdekkingsreizigers er voet aan wal hadden gezet. In Europa stierf sinds 1900 (mogelijk) slechts één zoogdiersoort uit, de Beierse woelmuis. Maar het is niet uitgesloten dat deze soort zich nog ergens ophoudt in een dal in Oostenrijk.
- Het uitsterven van soorten door menselijk toedoen is geen modern fenomeen.
De komst van de Maori’s op Nieuw-Zeeland rond 1300 deed ongeveer 40 procent van de vogelsoorten de das om. Dat is veel meer dan de moderne mens waar ook ter wereld op zijn geweten heeft. Mede door menselijke overbejaging stierf in het late Kwartair (tussen 50.000 en 10.000 jaar geleden) 72 procent van de families aan megafauna (soorten zwaarder dan 40 kg) uit op het Noord-Amerikaanse continent, 83 procent op het Zuid-Amerikaanse continent, 35 procent in Europa en Azië, 88 procent in Australië en alleen Afrika bleef relatief gespaard met 21 procent.
- Het Wereld Natuur Fonds claimt in het Living Planet Report 2014 ten onrechte dat de mondiale biodiversiteit sinds 1970 halveerde.
Bedoeld wordt namelijk dat de helft van de populaties vogels en zoogdieren in aantal afnam en dus niet dat soorten uitstierven. Het WNF verzwijgt in hun communicatie echter dat de andere helft van de gemeten populaties in aantal toenam of stabiel bleef. Het glas is dus halfleeg bij het WNF.
- Beweringen dat soorten nu 10.000 maal sneller uitsterven dan ‘normaal’ zijn niet gebaseerd op metingen, maar op grove aannames en computerschattingen, waarbij men soorten laat uitsterven die misschien niet eens bestaan.
Zo schat de milieutak van de Verenigde Naties (UNEP) dat er dagelijks 150 tot 200 soorten op aarde uitsterven oftewel ruim 70.000 per jaar. Op basis van getallen van IUCN en CREO komen we zoals gezegd slechts tot 1,7 soorten per jaar. Waarbij het tempo van uitsterven voor 1900 bovendien hoger lag dan daarna. De UNEP zit met haar getallen een factor 30.000 tot 40.000 hoger.
- De meest geciteerde studie naar de toekomstige effecten van de opwarming van de aarde op biodiversiteit geeft een zware overschatting van uitsterven. Het klimaatpanel IPCC baseert zijn claims over massa-uitsterven voornamelijk op deze studie.
De beroemdste en meest geciteerde klimaat-biodiversiteitstudie van Chris Thomas in Nature (2004) claimde dat een miljoen soorten zullen gaan uitsterven na 2050 als gevolg van de opwarming van de aarde, een kwart van de soorten op land. Ook het klimaatpanel IPCC leunde in haar vierde rapport in 2007 sterk op deze studie. De methode van Thomas is gebaseerd op foutieve rekenmethodes. Ook winkelde zijn team selectief in de data waardoor het uitsterven van soorten door opwarming flink werd opgeblazen.
- Er stierf tot op heden geen enkele soort uit enkel en alleen door klimaatverandering.
Ook een van de meest gebruikte posterdieren van klimaatopwarming, de gouden pad, stierf niet uit door opwarming, maar door een combinatie van schimmelziekte en een droge periode. De ijsbeer nam dramatisch in aantal toe sinds begin jaren ’70 door een jachtbeperking in Arctische gebieden.
- Alle moderne soorten overleefden al natuurlijke klimaatsprongen van zes graden en van hogere temperaturen dan het IPCC de komende eeuw verwacht.
De opwarming van bijna een graad in de afgelopen 1,5 eeuw is irrelevant voor natuurbescherming. Enige graden opwarming kan alleen tot uitsterven leiden in combinatie met andere factoren zoals habitatverlies en exoten.
En dus? Moeten we nu maar alle natuurgebieden gaan slopen om korte termijn economische belangen, want er is toch geen achteruitgang in biodiversiteit (dit is overigens afhankelijk van je definitie)? Ik begrijp dat we niet alle soorten kunnen -en willen?- beschermen, maar het lijkt mij wel leuk om bepaalde soorten te behouden. Als je een heel regenwoud sloopt om het hout, dan ben je die soorten wel kwijt, alleen het gros van die soorten is niet eens beschreven. Soms is het vrij eenvoudig om de natuur wat ruimte te geven, en tot op zekere hoogte kan dit ook economische waarde… Lees verder »
Arjan Goed punt. Het rapport houdt zeker geen pleidooi voor een laissez faire aanpak. Het doel van het rapport was alleen niet om stap voor stap uiteen te zetten wat het beste natuurbeleid is maar wat de staat van de biodiversiteit is. Dan blijkt dat er in ieder geval geen sprake is van een enorme uitstervingsgolf, iets wat wel continu gesuggereerd wordt door zowel wetenschap als beleidsmakers. De belangrijkste bedreigingen voor populaties zijn en blijven habitatvernietiging, introductie van exoten en bij sommige soorten overbejaging. Daar zal dus hard aan getrokken moeten worden. Aandacht voor klimaat en CO2 leidt wat betreft… Lees verder »
Nee, dat vermoeden had ik al wel, maar politici en bepaalde groepen zullen dit misschien wel gretig zo gebruiken. Aan de andere kant gebruiken milieu organisaties graag een zo extreem mogelijke representatie van de gegevens om hun doelen (geld (voor), natuur bescherming). Inmiddels werkt dit overigens niet meer omdat de burger al lang ongevoelig (murw) is geworden door alle doemberichten. In NL is alle natuurbehoud nogal problematisch (willekeurig?), en eigenlijk vaak een beetje tuinieren voor gevorderden. Vrijwel alle originele habitaten zijn verwoest, en alle vegetatie in NL bestaat per definitie zo ongeveer uit exoten vanwege het feit dat hier in… Lees verder »
Arjan, je legt weer pijnlijk het probleem van activistisch wetenschap bedrijven bloot. On the other hand, we are not just scientists but human beings as well. And like most people we’d like to see the world a better place, which in this context translates into our working to reduce the risk of potentially disastrous climatic change. To do that we need to get some broad based support, to capture the public’s imagination. That, of course, entails getting loads of media coverage. So we have to offer up scary scenarios, make simplified, dramatic statements, and make little mention of any doubts… Lees verder »
Hans, even voor de meelezers die dit citaat niet kennen. Wie zei dit en waarom zei hij dit? En als je dit eerlijk hebt verteld zonder er meteen je eigen draai aan te geven: Wat moet een wetenschapper doen die zich persoonlijk zorgen maakt over risico’s die tot worst-case scenarios kunnen leiden?
Hans, waarom niet gewoon Schneider’s hele quote laten zien in plaats van een stuk er uit te halen? Trouwens, was Einstein activistisch toen hij politici informeerde over de gevaren van nucleaire wapens?
Ja, was hij, en godzijdank hebben we nu genoeg nucleaire wapens om de mensheid tig keer om te leggen. ;-)
In de interpretatie van wetenschappelijke resultaten zit altijd een menselijke factor, maar liefst zo min mogelijk waarde oordelen. Verder snap ik niet precies waar nu precies in mijn reactie het probleem van activistische wetenschappers wordt blootgelegd, aangezien ik het over politici, milieugroepen/activisten en burgers heb, en nergens “wetenschappers” noem.
Biodiversiteit is dus niet het probleem, dus hoeft niet opgelost te worden.
Wat Arjan terecht aangeeft is dat grote verscheidenheid en veelheid van de natuur mooi, leuk en nuttig is en dat het streven ernaar, bouwen eraan en het genieten ervan een fantastische opgave is. Niet vanwege de doem, maar vanwege het geluk.
Beste Marcel, Dank voor de samenvatting. Ik heb alleen jouw samenvatting gelezen maar vindt dat daarin enkele zaken misleidend zijn presenteerd. Dat vind ik typisch omdat dat juist de belangrijkste kritiek is die dit onderzoek levert op andere onderzoeken en artikelen. Ik proef erg de wens om het idee te ontkrachten dat klimaatverandering en menselijk handelen een bedreiging zijn voor de soortenrijkdom (aantal soorten en aantal per soort). Dat begrijp ik niet en dat klopt volgens mij ook niet. Ik ben het met het onderzoek eens dat niet altijd alle onderzoeken en beweringen feitelijk en juist zijn en ben dan ook… Lees verder »
wat een irritant slecht rapport is dit. Erg selectief. Door te stellen dat de aandacht van wetenschappers selectief is (wat iedere wetenschapper zal beamen, overigens) wordt net zo makkelijk alles wat de wetenschappers beweren in de prullenbak gemieterd. Zo zit het hele rapport in elkaar. Het heeft de indruk van vooringenomenheid. Maar met ridiculisering voer je niet het wetenschappelijk debat. Jeroen (hiervoor) stelt: “Ik ben het met het onderzoek eens dat niet altijd alle onderzoeken en beweringen feitelijk en juist zijn en ben dan ook blij met enkele van de corrigerende inzichten die het geeft.”. Maar het rapport is geen… Lees verder »
Ton,
Ik heb tot nu toe nooit in commentaren gesnoeid omdat iedereen (binnen het redelijke) zijn mening mag hebben, maar ik stond op het punt om het bij die van jou te doen. Je reactie is namelijk nauwelijks inhoudelijk. Ok, je vindt het rapport irritant slecht. Daar kunnen we wat mee maar niet heus. Kom eens met wat voorbeelden waar we de plank mis slaan in plaats van met wat algemeenheden.
Marcel
Het eerste deel van dit artikel is naar een lange inleiding naar de klimaat verandering. Met de suggesties: dat het allemaal wel meevalt, dat biologen die zeggen dat er veel uitstervingen zijn niet goed statistiek kunnen bedrijven, dat het niet in Europa is en dat we die beesten toch niet willen hebben. Bij veel van deze argumenten kunnen vraagtekens worden gezet. Maar ik focus me in deze reactie alleen op de argumenten met een directe link naar klimaatverandering. – Het uitsterven van soorten door menselijk toedoen is geen modern fenomeen. Dit klopt. Maar het betekent natuurlijk niet dat de dieren… Lees verder »